Geschiedenis

De geschiedenis van het houthakkerskamp van Scouting Zetten

In februari van 1979 gaan de Verkenners van de Lingegroep voor het eerst op Houthakkerskamp naar  Quadenoord  te  Renkum.  In  ruil  voor  een aantal onderhoudsklussen in  het  bos kan een pakket pionierhout te verkregen worden. De bomen worden zelf omgehakt en tot pionierpalen verzaagd. Het eerste kamp was een groot succes.

Tussen 1981 en 1983 gaan de verkenners weer op houthakkerskamp, ditmaal gaan ook de padvindsters van het Kleitrapstersvendel mee. Samen weten zij een boel werk te verzetten. In 1987 kunnen de twee speltakken helaas niet meer terecht op Quadenoord en wijken ze uit naar Woudenberg, waar helaas geen pionierhout te halen valt, maar waar wel veel hout gehakt wordt.

In het voorjaar van 1988 wordt het Houthakkerskamp verplaatst naar de Amerongse Berg waar ze terecht kunnen bij Boswachter Jan de Groot. In ruil voor het kloven van houtvoor zijn kachel en enkele bosklussen kunnen zij volop pionierhout uit het bos halen.

Het kamp is zo’n succes dat het verder wordt uitgebreid. Vanaf 1989 besluit men om er gezamenlijk met heel Scouting Zetten op kamp te gaan. De jongste speltakken blijven één dag, de oudste speltakken twee dagen. Sinds enige jaren gaan er ook veel ouders mee op het kamp. Zij blijven één dag en voeren in een speciale oudergroep allerlei boswerkactiviteiten uit. Er wordt elk jaar een hoop werk verzet. Dit kamp blijft een jaarlijks terugkomend festijn naar tevredenheid van “Boswachter Jan” en in de loop van de jaren honderden deelnemers.

Het pionierhout van het houthakkerskamp wordt voor vele objecten gebruikt. Denk maar aan de kamptafels, de balista’s (katapulten), de torens en de bruggen. Maar er zijn meer opmerkelijke pionierobjecten.

Scouting Zetten slaat een brug 2001